Vertaling gegenereerd door een AI vertaaldienst
Leren studeren is niet iets wat alle leerlingen weten als ze naar school gaan. Velen doen het gewoon door aantekeningen te kopiëren zonder er veel bij na te denken of proberen alles op het laatste moment uit hun hoofd te leren. Maar wat als er Eenvoudig manieren waren om studenten te helpen slimmer te leren en niet harder?
Dit artikel bevat praktische en gemakkelijk uit te proberen studietips die leerkrachten kunnen gebruiken om leerlingen naar betere gewoonten te leiden. Deze methoden gaan niet over het uit het hoofd leren van lange lijsten of het doen van saaie oefeningen. In plaats daarvan richten ze zich op het zinvoller, boeiender en effectiever maken van studietijd, zodat leerlingen zich zelfverzekerd voelen en klaar voor de volgende stap.
Geen enkele methode werkt perfect voor iedereen, maar door een paar verschillende benaderingen te verkennen, kunnen leerlingen vinden wat voor hen klikt.
Als je een Eenvoudig en snelle manier wilt om de huidige studiegewoonten en -voorkeuren van je studenten te leren kennen, probeer dan eens een korte enquête. Dit kan je nuttige inzichten geven in welke studiemethoden voor hen het beste werken.
Wij hebben een kant-en-klare My Manifesto Check-In Enquête gemaakt die je gemakkelijk kunt Toevoegen aan je cursus in itslearning. Als je school of Beheer de itslearning Bibliotheek heeft ingeschakeld, hoef je alleen maar te zoeken naar "Mijn Manifest" en deze direct aan je cursus Toevoegen . Je kunt de enquête gebruiken zoals deze is of aanpassen aan de behoeften van je studenten.
Als je niet zeker weet hoe je een bron aan je cursus Toevoegen , of als je er meer over wilt weten, klik dan hier voor een stap-voor-stap handleiding.
Een van de krachtigste manieren om te studeren is lesgeven. Wanneer studenten gevraagd wordt om iets aan iemand anders uit te leggen, zonder voor te lezen uit een script, worden ze gedwongen om hun gedachten te ordenen, hun begrip te controleren en ideeën duidelijk uit te drukken. Dit soort uitleg helpt veel studenten om meer te onthouden dan alleen het herlezen van hun aantekeningen.
Deze aanpak is gebaseerd op de Feynman Techniek, maar hoeft niet formeel te zijn.
Zie het als "leren door uit te leggen".
Peer teach-backs: Laat leerlingen zich na een les tot een partner wenden en het concept uitleggen zonder aantekeningen. Leerlingen worden aangemoedigd om vragen te stellen of iets te zeggen als iets niet duidelijk is.
"Minilessen' op camera: Leerlingen nemen video's van 1-2 minuten op waarin ze een Onderwerp onderwijzen (zoals hoe fotosynthese werkt of hoe je een bepaald type wiskundeprobleem oplost). Ze kunnen papier, whiteboards, rekwisieten of zelfs dia's gebruiken.
Neem het mee naar buiten de klas: Nodig leerlingen uit om buiten de klas aan een familielid, voogd of vriend uit te leggen wat ze hebben geleerd. Laat ze daarna nadenken over hoe het gesprek verliep en welke vragen ze tegenkwamen.
Expert rotaties: Wijs in kleine Groepen elke leerling een Onderwerp toe. Ze bestuderen het en rouleren dan door de kamer om het aan medestudenten te leren.
Tip: Laat leerlingen rekwisieten of visuals gebruiken. Dat maakt het lesgeven leuker en helpt de informatie op verschillende manieren te onthouden.
In plaats van te kopiëren wat er op het bord staat of passief op te schrijven wat ze horen, moedig je leerlingen aan om vragen te maken over de stof. Als ze proberen te denken als een quizmaker of Toets , verwerken ze de inhoud dieper en beginnen ze te anticiperen op wat echt belangrijk is.
Dit idee sluit aan bij active recall en retrieval practice.
Iets proberen te herinneren zonder te kijken kan het geheugen na verloop van tijd versterken.
Vragenbouwer uitdaging: Na een les of lezing schrijft elke leerling drie vragen. Eén feitelijke vraag, één conceptuele vraag (hoe of waarom) en één lastige vraag. Deze mix helpt leerlingen om de les vanuit verschillende invalshoeken te bekijken en geeft je een snelle manier om te controleren hoe goed ze de stof hebben begrepen.
Maak je eigen quiz Vrijdag: Leerlingen maken een korte quiz voor een partner of groep met behulp van materiaal van de week. Zorg ervoor dat ze ook een antwoordsleutel maken.
Vraag noteren: In plaats van "Oorzaken van de Franse revolutie" schrijven ze "Wat waren de oorzaken van de Franse revolutie?" met de antwoorden eronder.
Team Trivia Spel: Groepen nemen het tegen elkaar op aan de hand van vragen die ze tijdens de les hebben geschreven.
Bonusvariatie: Probeer "Alleen foute antwoorden". Leerlingen zetten domme of duidelijk foute antwoorden naast het echte antwoord. Het is leuk en het echte antwoord valt meer op.
Veel studenten geloven dat de beste manier om te studeren is om zich te concentreren op één Onderwerp en dat te herhalen tot ze het uit hun hoofd geleerd hebben. Dat kan productief voelen in de korte Periode, maar de kennis vervaagt vaak snel na de Toets. Een betere aanpak is om dingen te mixen door oude onderwerpen regelmatig te herhalen en te wisselen tussen verschillende soorten problemen of inhoud.
Dit idee is gebaseerd op gespreid oefenen en interleaving. Het gaat over herhalen in de tijd, niet over proppen, en het mixen van onderwerpen of probleemtypes in plaats van één ding in één keer te bestuderen.
Dit helpt leerlingen beter te herkennen naar wat voor soort probleem ze kijken, de juiste aanpak te kiezen en verbanden te leggen tussen onderwerpen. Ook al voelt het misschien lastiger dan hetzelfde herhalen, die uitdaging versterkt juist het leren.
Throwback vragen: Begin de les met een snelle vraag die iets terugbrengt wat ze al geleerd hebben. Als de les van vandaag bijvoorbeeld over continenten gaat, kun je vragen: "Hoe heet het land waar wij wonen?" of "Kun je een plaats noemen die ten noorden van ons ligt?". Dit helpt leerlingen om weer aansluiting te vinden bij eerdere kennis en vormt de basis voor nieuwe leerervaringen.
Spiraaloefening: Als je huiswerk maakt, voeg dan een paar vragen uit vorige lessen toe naast de huidige lesstof. Dit kan zo Eenvoudig zijn als een "beoordelingsvak" onderaan de pagina.
Herinneringsmaandag / Flashback-vrijdag: Kies een dag van de week voor een korte, stressvrije terugblik. Het kan een mini-quiz zijn, een snelschrift, een tekening of een klassikaal spel dat een ouder Onderwerp terugbrengt.
Mix-it-up sets: Geef leerlingen een handvol gemengde problemen of taken en laat ze eerst bepalen wat voor soort probleem het is voordat ze het oplossen. Als ze bijvoorbeeld met wiskunde bezig zijn, voeg dan breuken, decimalen en procenten samen. Zet bij het schrijven zinnen met verschillende grammaticafouten door elkaar en laat leerlingen eerst het type fout identificeren. Dit helpt hen om patronen te herkennen en de juiste strategie toe te passen en niet alleen op de automatische piloot op te lossen.
Onderwerp schudden: Maak kaarten met verschillende onderwerpen of vraagtypes uit je cursus. Laat leerlingen willekeurig een kaart kiezen en deze uitleggen of oplossen, alleen of in tweetallen.
Tip: Je kunt leerlingen laten weten dat als het wat moeilijker aanvoelt, dat juist goed is. Leren dat blijft hangen , voelt vaak moeilijker aan omdat de hersenen bezig zijn sterkere verbindingen te maken.
Niet alle leerlingen houden van traditionele aantekeningen. Sommigen denken beter met plaatjes, kleuren of diagrammen. Visuele studiemethodes helpen leerlingen om wat ze leren te organiseren op een manier die voor hen logisch is.
Dit idee is verbonden met dubbele codering. Dat betekent het combineren van beelden en woorden om te helpen bij het begrijpen en herinneren.
Concept in kaart brengen: Leerlingen maken kaarten die termen, ideeën of processen met elkaar verbinden. Het kan een web, tijdlijn of gelaagd stroomschema zijn. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld een tijdlijn maken met de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van een beroemd historisch figuur - zoals "Jonge Napoleon → Militaire School → Eerste Slag → Keizer geworden → Verbannen naar Elba". Het verandert grote gebeurtenissen in een Eenvoudig verhaal dat ze in één oogopslag kunnen zien.
Geheugenhuisje: Leerlingen kiezen een plek die ze goed kennen, zoals hun huis of klaslokaal, en "bewaren" feiten in verschillende kamers. Als ze bijvoorbeeld leren over Groepen dieren, kunnen zoogdieren in de keuken, reptielen in de gang en vogels in de woonkamer. Later kunnen ze zich voorstellen dat ze door de ruimte lopen om de informatie te helpen herinneren.
Dit is gebaseerd op de methode van loci, een geheugenstrategie die feiten koppelt aan bekende plaatsen.
Korte samenvattingen: Na een les tekenen leerlingen een klein krabbeltje of diagram om de hoofdgedachte weer te geven.
Tip: Laat leerlingen kleurpotloden of markeerstiften gebruiken als ze dat willen. Visueel contrast kan het geheugen ondersteunen zonder veel extra inspanning.
Soms leren leerlingen feiten uit het hoofd zonder echt te begrijpen hoe ze in elkaar passen. Hen aanmoedigen om "waarom?" en "hoe?" te vragen kan passief studeren veranderen in iets dat meer lijkt op het oplossen van een puzzel.
Dit is gebaseerd op elaboratieve ondervraging, een methode die leerlingen aanmoedigt om uit te leggen waarom een feit waar is, wat helpt bij het verdiepen van het begrip.
Mysterie gevallen: Maak van lessen kleine mysteries. Geef leerlingen een scenario en laat ze uitzoeken wat er is gebeurd en waarom, met behulp van aanwijzingen uit aantekeningen of lezingen. In een wetenschapsles kunnen ze bijvoorbeeld oplossen waarom een plant in de klas niet groeit en leren over fotosynthese of het belang van voedingsstoffen in de bodem.
Aanwijzingenmuur: Zet sleutelwoorden of ideeën op een tafel of bord. Leerlingen verbinden de woorden waarvan zij denken dat ze bij elkaar horen en leggen hun redenering uit. Bij geschiedenis bijvoorbeeld kunnen termen als "Revolutie", "Belastingen" en "Protest" worden gegroepeerd om oorzaken aan te geven.
Waarom kettingen: Deze doet je misschien denken aan de klassieke "Waarom? Waarom? Waarom?" vragen die kinderen non-stop stellen, maar nu helpt het ze dieper na te denken!
Begin met één feit en vraag "Waarom is dit waar?". Leerlingen geven antwoord en blijven twee of drie keer "Waarom?" vragen om dieper te graven. Bijvoorbeeld: "Planten hebben water nodig" → "Waarom?" → "Omdat het voedingsstoffen helpt bewegen" → "Waarom?" → "Omdat cellen voedingsstoffen nodig hebben om te overleven."
Case closed presentaties: Leerlingen presenteren een Onderwerp alsof ze een mysterie aan het oplossen zijn en delen feiten, vragen en verbanden. Bij literatuur kunnen ze bijvoorbeeld de keuzes van een personage verklaren door aanwijzingen uit het verhaal samen te voegen.
💡Bonus: Laat leerlingen hun eigen "mysterie" bedenken en hun klasgenoten uitdagen om het op te lossen met behulp van aanwijzingen.
Sommige studenten proberen alles in één keer te bestuderen. Maar leren werkt vaak beter als het geleidelijk wordt opgebouwd. Deze strategie gaat over het opdelen van dingen in behapbare delen en het begrijpen van elke laag voordat je verder gaat.
Dit is geïnspireerd op strategieën als scaffolding en zelfuitleg. Het helpt leerlingen te vertragen en zich te concentreren op het stap voor stap begrijpen.
Stapsgewijze stations: Verdeel een grote Taak in onderdelen. Als leerlingen bijvoorbeeld wiskunde leren, zet dan stations op voor verschillende onderdelen van het oplossen van een vergelijking. Eén voor het identificeren van variabelen, één voor het isoleren van termen en één voor het controleren van het antwoord.
"Wat is mijn volgende stap?"Check-ins: Na het oplossen van een probleem of het doorwerken van een Taak leggen leerlingen uit hoe ze erover denken en wat de volgende stap is. Bijvoorbeeld, na het uitvoeren van een experiment zegt een leerling: "Ik heb de gegevens verzameld, nu ga ik patronen zoeken en mijn conclusie schrijven."
Gelaagde notities: Laat leerlingen één kleur gebruiken om op te schrijven wat ze al weten en vervolgens nieuwe kennis Toevoegen in een andere kleur als ze meer leren. Bij natuurwetenschappen kunnen leerlingen in het blauw opschrijven wat ze weten over de waterkringloop en vervolgens in het groen nieuwe details Toevoegen die ze hebben geleerd, zoals verdamping of condensatie. Dit kan leerlingen helpen om hun vooruitgang te zien en informatie duidelijk te ordenen. Het gebruik van kleuren maakt het gemakkelijker om nieuwe ideeën te verbinden met wat ze al weten en ondersteunt een beter geheugen en een betere beoordeling.
Bouw een procesposters: Leerlingen maken stroomschema's of instructiegidsen voor hoe iets stap voor stap werkt. Voor een geschiedenisles kunnen leerlingen bijvoorbeeld de stappen in kaart brengen die leiden tot een belangrijke gebeurtenis, zoals de fasen voor een revolutie, door een stroomschema van een tijdlijn te maken. Door complexe ideeën op te splitsen in duidelijke, Eenvoudig stappen wordt het begrijpen van processen gemakkelijker en wordt het onthouden van de volgorde van gebeurtenissen of acties ondersteund.
💡Laat ze het anders opbouwen: Nadat leerlingen klaar zijn met een Taak in stappen, vraag hen dan om het te remixen of te reorganiseren. Kunnen ze het op een nieuwe manier uitleggen, bijvoorbeeld door van een stroomdiagram een stripverhaal te maken of van een geschreven handleiding een sketch? Dit helpt hen om echt eigenaar te worden van de kennis en maakt het leren flexibeler en leuker.
Studenten helpen slimmer te studeren betekent niet dat je alles wat je doet moet veranderen. Vaak zijn het de kleine veranderingen die het grootste verschil maken.
Een snel station, een notitie met kleurcode of een nieuwsgierige "waarom?" vraag kan nieuwe gedachten opwekken en leerlingen het gevoel geven dat ze meer controle hebben over hun leerproces.
Deze strategieën zijn geen checklist die je perfect moet volgen. Het zijn ideeën die je kunt mixen, matchen en je eigen kunt maken. Probeer er een of twee uit die bij jouw klaslokaal passen, kijk hoe leerlingen reageren en bouw van daaruit verder.
Want uiteindelijk gaat het bij goed studeren niet alleen om het halen van toetsen. Het gaat erom studenten te helpen begrijpen hoe ze leren, zodat ze met vertrouwen de volgende stap kunnen zetten.
